Bestellingen via de webshop kunnen uitsluitend per kredietkaart betaald worden. Beschikt u niet over deze betaalmogelijkheid, dan kan u eveneens bestellen via info@brepols.net
In het Jaarboek Fiscale Rechtspraak 2016 geeft fiscaal advocaat Thierry Lauwers een handig en praktisch overzicht van uitspraken die voor de fiscale praktijk van belang zijn en die hun relevantie naar de toekomst toe zullen bewijzen. Het Jaarboek is een handig werkinstrument waarbij de weergegeven uitspraken op bondige wijze werden samengevat voor de lezer met de nodige aandacht voor de juridische nuances. Voor een meer uitgebreide weergave van de feitelijkheden kan de lezer de integrale tekst van de betrokken uitspraak raadplegen.
Dit boek is een must voor iedereen die bezig is met fiscale planning of fiscale geschilbeslechting, van bedrijfsleider over boekhouder tot financieel adviseur.
Wist u dat:
*er een onderscheid gemaakt dient te worden tussen een concessie van een openbare dienst en een domeinconcessie, en dit onderscheid van belang is voor het roerend of onroerend karakter van de inkomsten;
*de argumentatie van de fiscale Administratie tegenstrijdig is waar zij belastbare stopzettingsmeerwaarden taxeert in hoofde van een natuurlijke persoon die zijn beroepswerkzaamheid voortzet in de vorm van een vennootschap, terwijl zij argumenteert dat er tussen beide activiteiten in werkelijkheid geen onderscheid is;
*bezoldigingen van werknemers niet de gelden omvatten die een werknemer zich onrechtmatig heeft toegeëigend ten nadele van zijn werkgever;
*men de interest die men als bedrijfsleider betaalt voor de financiering van een lening aangegaan om de verbintenis als borgsteller van de vennootschap te honoreren niet onmiddellijk in aftrek kan brengen indien men gesubrogeerd wordt in de rechten van de schuldeiser ten aanzien van de vennootschap;
*de financieringslast die een vennootschap draagt om haar in staat te stellen een dividend uit te keren aftrekbaar is als beroepskost;
*het begrip abnormale en goedgunstige voordelen slechts kan impliceren dat men rekening houdt met de betrokken verrichting zelf, zonder daarbij de voorafgaande en de daaropvolgende verrichtingen mee in beschouwing te gaan nemen;
*boekhoudkundige en financiële stukken wilsafhankelijke documenten zijn, zodat deze onder de toepassing van het zwijgrecht kunnen vallen;
*een vastgestelde discrepantie tussen de gegoedheid van de belastingplichtige en zijn aangegeven inkomsten een aanwijzing van belastingontduiking kan zijn, die als basis kan fungeren voor de uitbreiding van de onderzoekstermijn;
*onderzoeksdaden bij derden in het kader van een onderzoek naar een belastingplichtige ook vereisen dat er een voorafgaandelijke kennisgeving wordt verstuurd naar de belastingplichtige indien deze onderzoeksdaden niet binnen de gewone onderzoekstermijn worden gesteld;
*de kennisgeving van beslissing tot taxatie niet verstuurd kan worden op de dag van de vestiging van de aanslag, aangezien de belastingplichtige dan niet ten laatste op de dag van de vestiging van de aanslag in kennis werd gesteld van deze kennisgeving van beslissing tot taxatie;
*de fiscale Administratie, wanneer zij een subsidiaire aanslag ter goedkeuring voorlegt aan de rechtbank of het hof van beroep, waarop deze besluit dat de subsidiaire aanslag niet goedgekeurd kan worden, over de mogelijkheid beschikt om nog eens een andere subsidiaire aanslag ter goedkeuring voor te leggen;
*de belastingplichtige steeds het recht heeft om onjuistheden in zijn aangifte recht te zetten tijdens de bezwaartermijn, ook al zijn deze het gevolg van bewust genomen beslissingen, tenzij het zou gaan om beleidsbeslissingen terzake domeinen waarin het boekhoudrecht een beoordelingsmarge laat aan de belastingplichtige;
*de BTW-vrijstelling voor een intracommunautaire levering van goederen niet vereist dat men aantoont dat de koper daadwerkelijk een intracommunautaire verwerving heeft aangegeven en hier BTW op heeft voldaan;
*wanneer de fiscale Administratie foutieve informatie verstrekt aangaande de toepasbaarheid van BTW-regime en de dienstverstrekker dienvolgens ten onrechte BTW aanrekent, deze dienstverstrekker de onverschuldigde betaling dient terug te betalen, waarbij deze gevrijwaard kan worden door de fiscale Administratie;
*het betreden van gemengde lokalen een machtiging van de politierechtbank vereist, en de Antigoondoctrine de aldus ontwettig gevestigde aanslag niet kan billijken gelet op de ernst van de inbreuk;
*het voor de regelmatigheid van een kohier volstaat dat de belastingplichtige er in werd opgenomen, ook al gebeurde dit samen met andere personen.
Korting op de catalogusprijs voor studenten: 25% korting (te bestellen via orders@brepols.net)
Over de auteur
Thierry Lauwers is sinds 1996 advocaat gespecialiseerd in het fiscaal recht aan de Balie van Gent en van Brussel. Hij is oprichter en vennoot van Lauwers & Seutin Fiscale Advocaten met kantoren in Gent (Sint-Martens-Latem), Brussel en Luik.Hij is docent lokale en regionale belastingen en internationaal fiscaal recht aan de Hogeschool Gent. Hij is secretaris-generaal van de International Fiscal Association (IFA), stichtend lid van de Belgische vereniging voor fiscale advocaten (BATL) en lid van de commissie fiscaliteit van de Orde van Vlaamse Balies (OVB).
Thierry Lauwers treedt regelmatig op als spreker op studiedagen en seminaries, is redactielid van diverse tijdschriften en auteur van verschillende boeken en bijdragen in fiscaal-juridische uitgaven Sinds 2008 verzorgt hij als auteur de jaarlijks uitgave van het overzicht van rechtspraak onder de titel Jaarboek Fiscale Rechtspraak. Hij is tevens auteur van de boekenreeks Fiscaliteit anders bekeken. Zie ook www.lauwers-seutin.be.